
Feiten naast sentiment
Nederland is koploper in de wereldwijde bloemen- en plantenexport. De sierteeltsector levert een aanzienlijke bijdrage aan innovatie, werkgelegenheid en economische groei. Toch ligt een bos bloemen steeds vaker onder vuur. Online en in de media vindt er een discussie plaats, met name op het gebied van gewasbescherming. Yvonne Watzdorf, algemeen directeur en bestuurder van PFFH:
“Met deze samenwerking gaan PFFH en WUR het publieke debat voeden met feiten in plaats van percepties. De berichtgeving schetst niet altijd het volledige plaatje. De sector werkt hard aan verduurzaming, met innovatieve en milieuvriendelijke oplossingen. Dat staat in schril contrast met het negatieve beeld dat soms wordt geschetst. Bovendien hebben planten en bloemen een aantoonbaar positieve impact op mensen: ze dragen bij aan welzijn, verbinding en mentale gezondheid. Of je nu planten en bloemen geeft of ontvangt, het effect is positief. Dat gaan we meetbaar maken en daarom gaan we deze samenwerking aan.”
Van duurzame teelt tot meetbare impact op welzijn
Zo investeert de sierteeltsector volop in milieuvriendelijkere teeltmethoden, innovatieve technieken en de inzet van natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen. Tegelijkertijd zijn er nog uitdagingen, zoals het verder vergroten van transparantie in de keten en het versnellen van duurzame ontwikkelingen. Juist door openheid te geven over de voortgang én de aandachtspunten en tegelijkertijd de bijdrage van bloemen en planten aan ons welzijn in cijfers meetbaar te maken, kan het gesprek in de keten en met consumenten op een constructieve manier gevoerd worden. Anne Elings, Teamleider Fysiologie en Productkwaliteit bij WUR:
“Wij zien ernaar uit om met dit langdurige onderzoek wetenschappelijk onderbouwde inzichten te verkrijgen in de effecten van bloemen op het menselijk welzijn. Het is essentieel dat dergelijke veronderstellingen op valide data worden gebaseerd. Dit is een belangrijke stap richting transparantie en onderbouwing binnen de sector. Wij verwachten deze verkregen inzichten ook te benutten voor onze eigen wetenschappelijke publicaties en kennisdeling binnen het onderwijs.”
De samenwerking loopt tot en met 31 maart 2027. De eerste onderzoeksresultaten worden eind 2025 verwacht.