Algemene voorwaarden AVV

Definities

1.1) In deze Voorwaarden wordt verstaan onder:

• “AVV” (Algemeen Verbindend Verklaring): de door het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur vastgestelde besluit met betrekking tot het ‘Programma Collectieve Communicatie Sierteeltproducten 2025-2027’ en de financiering daarvan voor de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 december 2027;
• “BBH”: Stichting Bloemenbureau Holland, de uitvoeringsorganisatie die op grond van de AVV het mandaat heeft gekregen om de financiële bijdragen van het Programma Collectieve Communicatie Sierteeltproducten 2025-2027 te innen;
• “Bedrijf” of “Bedrijven”: de Groothandelaar en/of Kweker;
• “Gemeten Omzet”: voor de Kweker de jaarlijkse bruto productomzet in snijbloemen en kamerplanten vallend binnen de in de AVV genoemde categorieën. Voor de Groothandelaar de totale bedrijfsomzet.
• “Groothandelaar”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming drijft in bloemen en planten, bloemkwekerij- en sierteeltproducten zoals nader gedefinieerd in de AVV;
• “Kweker”: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een onderneming drijft met als bedrijfsactiviteit het telen onder een permanente opstand van glas, kunststof of in de volle grond van de sierteeltproducten, zoals nader gedefinieerd in de AVV;
• “Partijen”: BBH, Kwekers en/of Groothandelaren;
• “Voorwaarden”: deze algemene voorwaarden AVV van BBH.

Toepasselijkheid

2.1) Deze Voorwaarden zijn van toepassing op alle handelingen tussen BBH en Bedrijven vallend onder dan wel voortvloeiend uit de AVV. De AVV, en de rechten en plichten van Partijen die daarin zijn opgenomen, blijven onverkort van toepassing.

2.2) BBH behoudt zich het recht voor deze Voorwaarden eenzijdig te wijzigen of aan te vullen. Wijzigingen treden in werking 14 dagen na schriftelijke kennisgeving (waaronder ook per e-mail).

2.3) Indien een of meer bepaling(en) uit deze Voorwaarden nietig blijken te zijn of vernietigd worden, dan blijven de overige bepalingen van deze Voorwaarden onverminderd van kracht en zullen Partijen zoveel als mogelijk in de geest van de vervallen bepalingen voorzien in vervangende bepalingen.

2.4) In het geval van tegenstrijdigheden tussen deze Voorwaarden en de AVV, zal de AVV prevaleren.

Registratieplicht en jaarlijkse gegevensverstrekking

3.1) Kwekers met een Gemeten Omzet van EUR 100.000 of meer en Groothandelaren met een Gemeten Omzet van EUR 300.000 of meer zijn verplicht om zich bij BBH te registreren. Kwekers en Groothandelaren van wie de Gemeten Omzet onder voornoemde omzetgrenzen valt, dienen dit te melden via het Registratieformulier niet AVV-plichtig.

3.2) De registratie als bedoeld in art. 3.1. moet voor 2025 (het ingangsjaar van de AVV) bij wijze van uitzondering in verband met gereedheid van systemen geschieden binnen één maand nadat het Bedrijf hiertoe door BBH is uitgenodigd per brief, e-mail of anderszins, en voorts binnen één maand nadat het Bedrijf is gaan voldoen aan de omzeteisen.

3.3) Bedrijven moeten hun verwachte omzet voor het komende jaar uiterlijk op 15 januari van het betreffende jaar doorgeven aan BBH, en de definitief gemeten omzet uiterlijk op 31 januari van het daarop volgende jaar (bijvoorbeeld: voor 15 januari 2026 moet de prognose voor 2026 worden doorgegeven, en voor 31 januari 2026 de definitieve omzet voor 2025). Als het Bedrijf gedurende het jaar verwacht of reden heeft om aan te nemen dat de verwachte omzet meer dan 15% hoger zal zijn dan de opgegeven verwachte omzet, dient het Bedrijf dit aan BBH door te geven.

3.4) Bedrijven moeten eventuele wijzigingen in de door hen registreerde gegevens binnen één maand na de wijziging aan BBH melden.

3.5) Bedrijven zijn verplicht om aan BBH alle bescheiden (waaronder een afschrift van de accountsverklaring met betrekking tot de gerealiseerde productverkopen, of een uitdraai van een ERP pakket) te verstrekken die BBH opvraagt ter controle van de door het Bedrijf opgegeven omzetgegevens.

3.6) Als een Bedrijf niet tijdig opgave doet als bedoeld in art. 3.3., of als BBH het vermoeden heeft dat de gegevens verstrekt ingevolge art. 3.5. onjuist zijn, zal BBH het betreffende Bedrijf daarvan op de hoogte stellen. Als het Bedrijf niet binnen 6 weken reageert of als de reactie naar mening van BBH niet afdoende is, kan BBH de door haarzelf geschatte omzet van toepassing verklaren.

3.7) De registratie, jaarlijkse gegevensverstrekking en melding van wijzigingen als bedoeld in dit artikel moeten digitaal worden doorgegeven aan BBH via dit formulier.

Betaling financiële bijdrage

4.1) Kwekers met een Gemeten Omzet van EUR 100.000 of meer en Groothandelaren met een Gemeten Omzet van EUR 300.000 of meer, zijn verplicht om de verplichte financiële bijdrage zoals berekend conform de AVV,  tijdig en volledig aan BBH te voldoen.

4.2) BBH zal een voorschotfactuur sturen aan Bedrijven op basis van – naar keuze van BBH - de door het Bedrijf geschatte omzet voor het betreffende jaar, of de geschatte of definitieve omzet van het vorige jaar. Na ontvangst van de definitief gemeten omzet, zal BBH een definitieve factuur aan Bedrijven sturen.

4.3) Bedrijven moeten de verplichte financiële bijdrage, uiterlijk binnen 30 dagen na dagtekening van de door BBH gestuurde nota voldoen.

4.4) In geval van nota’s met een bedrag minder dan €250,- kunnen nota’s worden samengevoegd tot verzamelnota’s die op meer perioden betrekking hebben.

4.5) De Kweker of Groothandelaar is niet gerechtigd om de verplichte financiële bijdrage te verrekenen met vorderingen die zij op BBH meent te hebben.

4.6) Indien een Bedrijf de verplichte financiële bijdrage niet of niet geheel binnen de gestelde termijn genoemd in art. 4.3. voldoet, is het Bedrijf direct, zonder nadere gebrekestelling, in verzuim. Vanaf dat ogenblik is BBH gerechtigd de wettelijke handelsrente (in 2025: 11,15%) over het niet-betaalde bedrag bij het Bedrijf in rekening te brengen, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling verricht had moeten zijn. Het opleggen van de wettelijke rente laat de verplichting tot betaling van de verplichte financiële bijdrage onverlet.

4.7) All gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten van invorderingsmaatregelen komen voor rekening van het Bedrijf dat in gebreke is gebleven de betaling geheel en tijdig te voldoen. Het opleggen van de kosten van invorderingsmaatregelen laten de verplichting tot betaling van de verplichte financiële bijdrage onverlet.

Aansprakelijkheid

5.1) BBH is nimmer aansprakelijk voor enige directe dan wel indirecte schade die een Bedrijf lijdt als gevolg van enig handelen of nalaten van BBH onder deze Voorwaarden en/of de AVV, tenzij de schade is veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid aan haar zijde.

5.2) Als een Bedrijf, voor zover een sommatie nodig is ondanks die sommatie één of meer van de in deze Voorwaarden en/of AVV genoemde verplichtingen niet nakomt, is het Bedrijf in verzuim en maakt BBH aanspraak op een onmiddellijk opeisbare boete ad EUR 3.750, naast aanspraak op haar overige wettelijke rechten, waaronder een vordering tot nakoming en/of een vordering tot schadevergoeding.

Toepasselijk recht en forumkeuze

6.1) Op deze Voorwaarden is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.

6.2) Alle geschillen die voortvloeien uit of verband houden met deze Voorwaarden zullen in eerste instantie worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter te Amsterdam, onverminderd het recht van BBH om zich te wenden tot een andere op grond van de wet of verdrag bevoegde rechter.